top of page

Spelling

Wij gebruiken bij ons op school de methode Taalactief versie 4. Op deze pagina laat ik vooral activiteiten zien die je met kinderen kunt doen in de klas. Ze zijn dus toe te passen voor elke categorie die aan de orde komt in de klas. 

Schrijf de woorden uit een categorie op een groot vel papier (behangrol). Je kunt de kinderen de woorden over laten schrijven met verf. 

Je kunt als leerkracht ook op deze manier het dictee geven. De kinderen schrijven het woord na als ze dat op hun blad hebben staan. Hiervoor gebruik ik dan een A3 formaat zodat elk kind mee kan doen. Ze mogen dus pas het woord overschrijven als ik het heb genoemd.  

Je maakt vooraf een potje met daarin ijscostokjes met de woorden van de categorie waarmee je wilt oefenen. Eén kind kiest er acht stokjes uit en legt deze op het papier op alfabetische volgorde. Vervolgens schrijft hij deze woorden na op zijn formulier. 

Wanneer je het formulier lamineert of in een wisbordje steekt, kan het formulier meerdere malen gebruikt worden. 

Iedereen kent het spel scrabble wel. Je moet met letters een woord vormen met zoveel mogelijk punten. Leerlingen schrijven op hun formulier woorden op uit de categorie. Vervolgens tellen ze de punten van de letters bij elkaar op. 

Laat de kinderen de woorden opzoeken in het vak erboven. Ze kiezen voor een woord een bepaalde kleur en zo zoeken in de verschillende lettertype het woord op. Aan het eind kunnen ze in de staafgrafiek zien hoe vaak ze het woord zien. Deze oefening gebruik ik als extra oefening om kinderen de woorden extra te laten oefenen. 

Het document staat in Word zodat je je eigen woorden kunt toevoegen. 

Laat de kinderen de woorden uit de categorie opschrijven in een lolly om de woorden extra te oefenen met schrijven. 

Verspreid de woorden in de klas op een strookje. Je noemt een woord en de kinderen proberen het woord te zoeken en erop te stampen. 

Maak een spellingspin. Je schrijft op het lijf de regel van spelling die je wilt oefenen. Op de poten worden voorbeeldwoorden geschrijven door de kinderen om de spellingsregel te onthouden.

Maak een dobbelsteen met woorden uit de categorie. Elke keer als de kinderen het woord gooien, moeten ze het opschrijven. 

Je kunt dit ook goed gebruiken bij bepaalde klanken zoals ei/ij of au/ou. Dan moeten ze er zelf een woord mee maken. 

Het werkblad van jufinger is bij mij favoriet om te gebruiken. Via de volgende koppeling kun je het werkblad downloaden.

Vaak doe ik tussendoor een spelletje om de woorden van de spellingregel te herhalen of als afsluiting van de les. Daarvoor gebruik ik de zachte bal van de Ikea. Ik laat kinderen de woorden verdelen in klankgroepen (lettergrepen) Ik zeg het eerste deel van het woord en gooi de bal naar een leerling, hij zegt de tweede lettergreep en gooit de bal terug. De woorden staan dan ook op het bord zodat de kinderen de woorden ook zien welke ze moeten maken. 

Laat kinderen zelf een dictee bedenken met woorden uit de categorie. Je kunt ervoor kiezen om woorden te printen op papier. Hoe leuk is het om dit met een spel te doen. Ik heb daarom ijscostokjes gebruikt om woorden op te schrijven. Een kind kiest een ijscostokje en leest het woord voor. De ander schrijft het word op. Daarna wordt het woord gecontroleerd. 

Niet alleen ijscostokjes zijn hiervoor geschikt. Ook heb ik een oud spel van jenga hierbij gebruikt. Ik heb de woorden op de houten blokjes geschreven. Ze bouwen eerst een toren zoals het spel. Daarna halen ze om de beurt een blokje uit de toren. Dan schrijven ze het woordje op en dan mag de volgende. Wie heeft dan de meeste woordjes kunnen schrijven voordat de toren omvalt. 

bottom of page